Dames en heren,
Vandaag herdenken wij alle Nederlandse slachtoffers sinds de Tweede Wereldoorlog. Militairen en burgers die stierven in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Sommigen hadden domweg de pech op het verkeerde moment op de verkeerde plek te zijn, zoals de bemanningen van de olietankers die in 1942 in Caribische wateren door Duitse onderzeeboten werden aangevallen. Daarbij kwamen veel Bonairianen om het leven. Hun namen vindt u terug hier op het monument.
Dat wij er op Bonaire al 77 jaar niet voor hoeven te vrezen toevallig slachtoffer te worden van oorlogsgeweld, danken wij aan degenen die tijdens de jaren 40-45 voor hun onverschrokken moed de hoogste prijs betaalden. Zij offerden hun leven voor uw en mijn vrijheid. Zoals Arubaan Boy Ecury en Curaçaoënaar George Maduro die een actieve rol in het verzet speelden. Minder bekend zijn de verhalen over Bonairianen in het verzet. Een van hen is Nicolaas ‘Cola’ Debrot. Vanuit zijn huisartsenpraktijk in Amsterdam ondernam hij tal van verzetsactiviteiten, zo is te lezen in het boek ‘Wereldoorlog in de West’. Debrot overleefde de oorlog, werd gouverneur van de Nederlandse Antillen, maar vooral ook beroemd schrijver.
Nauwelijks bekend zijn de verhalen van Bonairianen, dappere zeelui die in dienst waren bij de koopvaardij en onder andere hebben bijgedragen aan de overwinning van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben ervoor gezorgd dat benzine en andere nodige materialen de kampen bij de frontlinie in Europa bereikten, door met gevaar voor eigen leven de Atlantische oceaan over te steken met het risico om gebombardeerd te worden. Een van die dappere zeelieden was mijn oudoom genaamd Jose Maria Martis die in dienst was bij de koopvaardij. Hij had echter geluk dat hij het had overleefd en zo kon worden erkend voor zijn dapperheid en steun aan de overwinning van de geallieerden en de vrijheid waar we tot op heden nog van kunnen genieten. Namens hun allen wil ik hier bij stil staan en hun voor dit bedanken.
Bonaire was nog op een andere manier betrokken bij de oorlog. Op het eiland werd een interneringskamp gebouwd voor Duitse en Oostenrijkse burgers die zich in de Nederlandse Antillen bevonden en tot de vijand werd gerekend, omdat ze er woonden of matroos waren op een schip dat in een van de havens lag. Ook mensen die ervan verdacht werden te sympathiseren met het nazisme werden in dat kamp, hier maar een paar stappen vandaan, opgesloten.
Waarom voor Bonaire werd gekozen meldde een in Londen gemaakte editie van Vrij Nederland. “Het meest rustigste plekje op aarde, met een hoofdstad niet anders dan een dorpje.” Bonaire had niet, zoals Curaçao en Aruba met hun raffinaderijen, industrie die door de Duitsers als bedreigend werd ervaren.
Toch ontkwam ook Bonaire niet aan een verplichte black out en avondklok in deze periode. Recentelijk hebben we in een kortere tijd zelf het deprimerende gevoel kunnen ervaren op het moment dat we ook te maken kregen met de avondklok vanwege de COVID pandemie. Dit is echter niet vergelijkbaar met de situatie van de tweede wereld oorlog en wat onze mensen toen hebben meegemaakt.
Dames en heren, hoewel wij vandaag ónze doden herdenken, wil ik dit moment niet voorbij laten gaan door ook stil te staan bij de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne. Niet vanwege de gevolgen voor onszelf zoals de gestegen energiekosten, want dat staat in geen verhouding tot het ongekende leed dat de Oekraïense bevolking wordt aangedaan. De gruwelijke gebeurtenissen daar bevestigen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, ook niet die van ons. Daarom herdenken wij vandaag. En moeten wij 4 mei altijd blijven herdenken.