Aanstaande wetgeving
Inrichtingen- en activiteitenbesluit (IAB)
Medio 2022 treedt het Inrichtingen en activiteitenbesluit (IAB) in werking, een stelsel van algemene regels voor bedrijven. Door de werking van deze algemene regels zijn tijdrovende vergunningprocedures niet meer nodig en kunnen veel bedrijven sneller aan de slag.
Naast administratieve voordelen zorgen de algemene regels van het IAB ervoor dat er minder kan is op het ontstaan van milieu-overlast door bedrijven, zoals:
- Bodemverontreiniging door gebrek aan bodembeschermende voorzieningen.
- Verontreiniging door afval wat niet correct wordt opgeslagen.
- Verontreiniging van oppervlakte water en grondwater door lekkage van brandstoffen en andere stoffen.
- Overlast door stank, stof of geluid door verleerde bedrijfsvoering of het ontbreken van goede voorzieningen
- Bedreigingen aan de werking van het rioleringssysteem door (vethoudende) lozingen.
- Ontbreken van good housekeeping.
Hoe werkt het IAB
Voor het beschermen van het milieu en de veiligheid van de burger en de leefomgeving kan het bevoegd gezag eisen stellen aan een bedrijf of activiteit. Afhankelijk van het soort bedrijf (de categorie waaronder het bedrijf valt) zijn deze eisen opgenomen in algemene regels of in vergunningsvoorschriften.
Het IAB kent straks 4 categorieën:
- Categorie I: Bedrijven die vallen onder de algemene regels maar geen meldingsplicht hebben
- Categorie II: Bedrijven die vallen onder de algemene regels en een meldingsplicht hebben
- Categorie III: Bedrijven die vergunningplichtig zijn en deze moeten aanvragen bij het bestuurscollege
- Categorie IV: Bedrijven die vergunningplichtig zijn en deze moeten aanvragen bij de minister
Categorie I, II en III vallen onder het bevoegd gezag van het bestuurscollege.
Categorie IV valt onder het bevoegd gezag van de minister.
Algemene regels (voor cat I en II) zijn regels die voor alle bedrijven, die een bepaalde activiteit uitvoeren, van toepassing zijn. Er is in dat geval geen vergunningsprocedure nodig. De regels zijn direct van toepassing. Het verschil tussen categorie I en II is dus alleen de meldingsplicht aan het bestuurscollege. Voor de lichtste categorie (I) is dit niet nodig. Voor categorie II is dat wel nodig. Het bedrijf meldt in dit geval aan het bestuurscollege dat ze een activiteit start, wijzigt of beëindigt. De eisen waaraan ze moet voldoen vind ze in het besluit.
De zwaardere categorie bedrijven (III en IV) moeten voordat ze in werking zijn eerst een vergunning aanvragen bij of het bestuurscollege of de minister. Deze aanvraag zal in procedure worden gebracht waarna er wel of geen vergunning zal worden verleend. De eisen waar het bedrijf dan aan moet voldoen vindt het bedrijf in haar vergunning. Waar nodig kunnen via de vergunning ook (enkele) algemene regels van toepassing worden verklaart.